Kaart

Kaart

zaterdag 22 april 2017

Terug rijden


Na 5 weken Nederland met veel geregel en gezellige ontmoetingen, zijn we een weekje terug in Kilangala. Het was goed hier terug te komen. We voelen ons erg welkom en kregen thuis bezoek van alle personeel van de kleuterschool en de landbouw tegelijkertijd.

Natuurlijk meteen een rondje langs de velden gemaakt. Er was wat hagelschade in de mais en bonen en wat zonnebloemen hadden windschade. Hier en daar was er erg veel onkruid want het regent nog steeds een beetje en het onkruid gedijt goed. Maar, alles staat er goed bij, mais en tarwe doen het prima. We hopen de oogst van vorig jaar te overtreffen. Het is hier op de missie wel een drukte van belang want er zijn 5 bezoekers uit Nederland om het 50 jarig jubileum te vieren en ter gelegenheid daarvan een film te maken.
 
Ik wil in deze blog graag vertellen hoe we ons autootje in Kilangala gekregen hebben. Voor we hier kwamen dachten we een tweedehands auto in Sumbawanga te kunnen kopen, maar dat bleek moeilijk, want er was nauwelijks aanbod. Het leek ons niet zo aantrekkelijk om in Dar es Salaam een auto te kopen. Dat is 1200 km van hier en in Nederland koop je ook niet snel een auto in Barcelona. We besloten dus een Japans autootje te laten importeren via een handelaar in Sumbawanga. Totale kosten $ 2.750 voor de auto en $ 3.000 voor inklaren en belasting. Het overmaken van het geld ging met enige probleempjes gepaard, maar het lukte en de auto zou 2 april in Dar aankomen. Het inklaren duurde een paar dagen en alles zou klaar zijn bij onze aankomst op 10 april. Alles was inderdaad geregeld, alleen de nummerplaten bleken niet bij de papieren te passen. Na wat heen en weer bellen werd de telefoon niet meer opgenomen, waardoor we wel wat zenuwachtig werden, omdat veel mensen ons gruwelverhalen over het inklaren van auto’s in Dar hadden verteld, variërend van weken wachten tot helemaal niet aankomen van de auto. Uiteindelijk bleek alles rond een uur of 5 ’s middags klaar en konden we de auto ophalen midden in de stad. Dat was een uitdaging op zich. Dar es Salaam is een grote stad met 4,3 miljoen inwoners, er wordt aan de wegen gewerkt, maar ieder spitsuur is een compleet verkeersinfarct. Langzaam rijden en tijden stilstaan; er zijn mensen die hun brood verdienen door langs de stilstaande auto’s snacks en snuisterijen te verkopen. We deden alles bij elkaar 1,5 uur over 10 km en moesten toen nog terug. Als je in zo’n file staat realiseer je je wel wat die verkeerschaos een enorm negatieve economische factor is.

Het plan was te volgende dag vroeg te vertrekken. Ik wilde nog even alles na kijken en ruitenwisservloeistof bijvullen en zo, maar ik kon nergens de handel voor de motorkap vinden. Toen ik vóór bij de bumper een stangetje zag, dacht ik de handel gevonden te hebben en ik trok met een ferme ruk een slang van de airco stuk. Dat kan in Kilangala niet makkelijk gemaakt dus eerst maar in Dar proberen. Met hulp van de chauffeur van het hotel is dat ook in een morgen gelukt en konden we rond de middag vertrekken. De eerste nacht sliepen we in een wat verlopen hotel in Morogoro, niet ver van het Teachers Training Centre waar ik in 1971 mijn eerste Swahili leerde. Die school zag er fantastisch uit en we mochten een paar foto’s maken. Leuk om te zien dat zo’n belangrijk instituut blijkbaar prima functioneert.

De volgende dag verder en zo’n 400 km gereden. De weg was erg slecht; over minstens 200 km was de oude weg iedere 100 meter opgebroken om duikers en bruggetjes aan te leggen. Dat was al jaren zo, want de (Europese) wegenbouwmaatschappij had zijn focus verlegd naar Uganda werd ons verteld. Moeilijk rijden. Nog een nacht slapen om de volgende dag de laatste 600 km naar huis te doen. Je  voelt dan wel aan den lijve hoe groot een land als Tanzania is.

Maar nu staat de Suzuki Jimny achter ons huis en het geeft ons een enorm gevoel van vrijheid zelfstandig te kunnen gaan en staan waar we willen en vooral in het weekend ook wat meer van het land te kunnen ontdekken.