Kaart

Kaart

zondag 19 februari 2017

Terug in de tijd


Het heeft me altijd verbaasd dat er zoveel in de geschiedenis van Afrika is dat ik niet weet en daarom wil ik in deze blog aandacht besteden aan wat we op dat gebied hier tot nu tegen kwamen.

Rukwa, de provincie waar Kilangala in ligt, is lang een achtergebleven uithoek in het zuiden van Tanzania geweest. Het lijkt erop dat de aanleg van een asfaltweg van Tunduma via Sumbawanga naar Mpanda een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van Rukwa kan leveren. De weg is nu ongeveer tot Chala klaar. De weg wordt aangelegd door een Chinees bedrijf, met Amerikaans geld. Dat de weg werkelijk de ontwikkeling stimuleert is merkbaar. Er wordt langs de weg elektriciteit aangelegd, de telefoonverbindingen verbeteren en natuurlijk is het personen- en vrachtverkeer een stuk makkelijker geworden.
Onze buren, de Chinese steengroeve en compound.


Er is al eerder veel geld in de ontwikkeling van Rukwa gestopt. Van 1978 tot 1996, 18 jaar lang dus, heeft NORAD een regionaal ontwikkelingsproject in de regio gehad. RUDEP  heette dat, het Rukwa Integrated Development Programme. Een totaal van ongeveer US$ 70 miljoen is er ingepompt zoals dat in die tijd ging. Er kwamen flink wat ontwikkelingswerkers. In Sumbawanga was zelfs een zo grote Noorse gemeenschap dat er een speciale compound was met een Noorse lagere school. Het project was actief op het gebied van watervoorziening, sanitair, landbouw, bosbouw, wegenbouw e.d.

Natuurlijk heeft een project als dit positieven effecten, maar de afronding en overdracht bracht, helemaal in de tijdgeest, wel wat problemen mee. In het evaluatierapport staat: “NORAD’s exit from RUDEP was traumatic and poorly planned by both sides.”

Sommige links met het verleden komen ook uit onverwachte hoek. Felice hoorde dat sommige kinderen op de kleuterschool thuis Kikuyu spreken. Kikuyu? Komen die niet uit Kenya? Bij navraag bleek dat tijdens de Mau-Mau periode, (de gewelddadige onafhankelijkheidsstrijd in Kenya van ±1950-1963), de Engelse koloniale overheid de deelnemers aan een opstand in 1952 als straf naar een afgelegen gebied deporteerde, in dit geval Rukwa dus. Een aantal Kikuyu is hier sinds die tijd gebleven. Als minder gehoorzame ambtenaar kon je, in die tijd, ook voor straf naar Rukwa overgeplaatst worden.
 Kasanga begin 20ste eeuw

Een nog oudere link met het verleden ontdekten we toen we een weekendje aan de zuidpunt van het Tanganyikameer waren. Bij het plaatsje Kasanga, waar ook een asfaltweg naartoe wordt aangelegd, zijn de resten te vinden van Fort Bismark, een verdedigingswerk van de Duitsers die in de Eerste Wereld Oorlog Tanganyika koloniseerden. Kasanga heette toen Bismarckburg. Fort Bismarck is een ouderwetse natuurstenen vesting, waarvan je je afvraagt hoeveel inspanning het van de lokale mensen en Duitsers wel niet gekost moet hebben op die te bouwen in zo’n van God verlaten uithoek van Afrika. Wel een strategische plek natuurlijk op de grens tussen Zambia, Tanganyika en Kongo.
Nog een verhaaltje om deze stap terug in de tijd mee af te sluiten. In september 1914 speelde zich een opmerkelijke episode in de Oost Afrikaanse Campagne van de Eerste Wereld oorlog af in Kasanga. Een klein groepje Duitse soldaten, uit Fort Bismarck, had Mbala (in die tijd Abercorn geheten) in British Northern Rhodesia, zoals Zambia toen heette, aangevallen. Er was een vloot van 4 Britse schepen op het Tanganyikameer om de oprukkende Britse troepen te ondersteunen. Toen de bevelhebber van die vloot ontdekte dat het dorpje Bismarkburg werd verdedigd door een fort, besloten ze niet aan te vallen en zich terug te trekken. Dit gaf de Duitsers de gelegenheid zich in dows, kleine zeilbootjes, uit de voeten te maken. Drie dagen later nam het Britse leger Fort Bismarck in, om daar te ontdekken dat de kanonnen van het fort alleen maar houten dummy’s waren. Uiteindelijk heeft dat natuurlijk niet kunnen verhinderen dat Tanganyika in Engelse handen viel. Ik stel me wel eens voor hoe het leven in die tijd was. Moet erg moeilijk zijn geweest als je je indenkt hoe de omstandigheden daar waren zonder onze moderne transport- en communicatie middelen.

zondag 5 februari 2017

De kleuterschool in Kilangala


Sinds 2008 is er hier in Kilangala een kleuterschool, opgezet en gefinancierd door de Nederlandse stichting ProtanZ. Er werden 4 mensen aangetrokken die anderhalf jaar een speciale training voor pre school teachers gingen volgen in Morogoro in noord Tanzania. Er werd een gebouw neergezet met 4 lokalen en een kantoortje  en de opleiding en de salarissen werden betaald door ProtanZ. Daarnaast  werd in de loop der jaren een primary school  gebouwd, elk jaar één lokaal erbij. In 2015 waren er 4 lokalen en een kantoor klaar en inmiddels wordt de laatste hand gelegd aan nog 5 lokalen en de laatste woningen voor de leerkrachten. De bouw is betaald door ProtanZ. De hele primary school  is inmiddels overgedragen aan de Tanzaniaanse overheid.

In 2015 is afgesproken dat ook de kleuterschool overgedragen zou worden vanaf januari 2016. In juni 2016 kregen de leerkrachten van de kleuterschool te horen dat zij geen salaris konden krijgen, omdat ze niet als leerkracht erkend worden, want ze hebben geen middelbare- school diploma.  Na een half jaar zonder salaris  te hebben gewerkt zijn ze gestopt met lesgeven. Sinds er een nieuwe regering is, zijn de wetten aangescherpt voor het opleidingsniveau van de leerkrachten. Volgens mij een goede zet om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren.

Inmiddels is ProtanZ bereid voorlopig de salarissen weer te betalen en de bedoeling is de 4 leerkrachten hun middelbare school diploma alsnog te laten halen. Er is een middelbare school hier vlakbij en daar is nu overleg mee. Er komt een hoop bij kijken: inschrijfgeld, lesmateriaal, apart  les ’s middags door docenten van de middelbare school. De motivatie van de leerkrachten is nog het belangrijkst.

De kleuterschool is sinds 9 januari weer open en ik ben er sindsdien elke dag wel geweest om te helpen met het weer bruikbaar maken van de lokalen, materialen uitzoeken, schoonmaken, sorteren etc. Ook Agnes helpt goed mee: zij is kookster en manusje van alles op de kleuterschool; een soort conciërge. Ze kan geen woord Engels, dus leer ik van haar Ki Swahili woordjes. Het was nogal een rotzooitje. Het blijkt dat één leerkracht van de primary school  de kleuters (60 ongeveer) heeft opgevangen in haar eentje, toen de pre-school leerkrachten gestopt waren.  Eén lokaal stond barstensvol met tafels en stoelen en het materiaal  lag overal en onder het stof. Inmiddels is al het materiaal gesorteerd, schoongemaakt en enkele puzzels zijn weer compleet. Alles staat nu prachtig tentoongesteld in het kantoor.  Wat is er zoal: Mooie puzzels van o.a. Afrika, Tanzania en een van Canada, helaas meer geschikt voor oudere kinderen. Maar er is ook genoeg wel geschikt voor kleuters: veel duplo en soortgelijk nog groter plastic bouwmateriaal, vormpjes, memoryspelletjes, plastic cijfers en letters, schuurletters, etc. Dit materiaal is afkomstig uit Canada en Nederland, maar de leerkrachten hebben tijdens hun opleiding in Morogoro ook veel zelfgemaakt: triplex puzzels voor verschillende vormen, groottes, kleuren en ook een dominospel.


De kleuters zijn er elke morgen van 9 tot 11 uur. Het zijn er nu 72 en verdeeld over 4 leeftijdsgroepen.  De tafels staan in elke klas in rijen en het eerste uur wordt besteed aan het schrijven van een letter (b.v. de a voor de oudsten) of een  cijfer (de 1 voor de kleintjes) met krijt op een lei. Eerst maakt elk kind er één op het bord (allemaal netjes ná elkaar), dan op een lei (elk kind heeft er een op zijn tafel). Kinderen die het goed kunnen, krijgen daarna een schrift en met een potlood schrijven ze een bladzijde vol. De rest blijft oefenen op de lei. Het tweede uur spelen ze meestal buiten, tenzij het regent. De bedoeling is dat ze dan ook maïspap krijgen, maar de ouders moeten zelf voor maïs zorgen en dat is nu nog niet geregeld.

Al met al ziet de school er weer goed uit en komen er nog elke dag kinderen bij. Gisteren regende het pijpenstelen, dus konden de kleuters niet naar huis. I.p.v. om 11 uur gingen ze pas rond 1 uur naar huis. De kleuters zitten dan gewoon rustig op hun stoeltjes te wachten en zachtjes te praten. Uiteindelijk  is er een leerkracht die liedjes gaat zingen met zijn groep, een verhaal vertelt en later ook met memorykaartjes aan de gang gaat. Heel leuk om te zien. Ik zat ondertussen stapels oude  gebruikte schriften (soms nog uit 2008!) te sorteren. In half volle schriften worden de gebruikte bladzijden aan elkaar geniet, daarna wordt het oefenschrift. Soms zijn er alleen losse vellen over, dat worden kladblaadjes. Ik blijk toch echt wat met oud papier te hebben, zelfs in Afrika!

Er is voor mij genoeg te doen. Adviseren over materiaal-inzet en -gebruik, het liefst elke dag in elke groep. Volgens mij is er erg weinig van gebruikt. Ik denk dat ik eerst met de leerkrachten alle spelletjes langs ga om te horen of ze al iets gebruikt hebben en wat ze ervan vinden.